Digitaal & analoog op één baan

Introductie

De DMV is sinds 2013 gestart met het aanleggen van een nieuw bloksysteem. Het oude systeem van Van Mekeren voldeed niet meer aan onze wensen, omdat steeds alles reeds digitaal wordt uitgebracht en veel mensen zijn overgestapt op digitaal rijden. Wij hebben gekozen voor het systeem Dinamo, waarbij analoog en digitaal geautomatiseerd door elkaar kan rijden.  Daaroor hoeft niet iedereen zijn trein te digitaliseren en daarmee houden we de club open voor digitaal spoorders en analoog spoorders.

Het Dinamo systeem stuurt en voedt de treinen per blok en heeft daardoor de keuze ieder blok digitaal of analoog aan te sturen. De analoge trein zal dan in het volgende blok analoog worden overgenomen met de in de computer ingestelde snelheid. Een analoge trein rijdt op dinamo beter dan op een trafo omdat deze met puls aansturing wordt gevoed. Je zou kunnen zeggen dat bij analoge sturing als het ware de decoder tussen de rails en de computer zit ipv tussen de rails en de motor zoals bij digitaal het geval is. Ook is het mogelijk door hoogfrequente spanning bij stilstaande analoge locs toch de lichten te laten branden. Het ijken van analoge treinen is niet mogelijk omdat er geen last regeling is op analoge locs. 

 

 

 

 

 

 

 

 

Is er dan nog wel een voordeel aan een digitale decoder in een loc?

Jazeker, een digitale loc rijdt op dinamo nog beter dan een analoge loc. Bv door de eerder genoemde lastregeling. Daardoor is het mogelijk om de digitale locs te ijken, waar mee op de cm nauwkeurig en op schaalsnelheid gereden kan worden. De treinen rijden dan nog vloeiender en ontstaat ook de mogelijkheid om in dubbeltractie te rijden.

Ook is het leuk om functies van decoders te gebruiken voor bijvoorbeeld cabine verlichting die aangaat bij lang wachten en locsound voor realistisch geluid.

Is Dinamo eenvoudig?

Helaas, was het maar zo. Dinamo is een geautomatiseerd systeem, dan niet zonder PC kan. Rijden zonder bezetmelders is dus niet mogelijk, zoals bij digitale startsetjes. 

Naast het aansluiten van de bezetmelders en blokken moet je ook de baan kunnen configureren in Koploper of I-train. Ook hier is ruime ervaring met de PC vereist.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hier zie je alle relaties tussen blokken die je moet aangeven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Binnen de blokrelaties moet je alle mogelijkheden en bezetmelder volgordes aangeven.

Waarom dan Dinamo?

Voor onze club biedt het veel voordelen. Als het eenmaal werkt, kan iedereen zijn trein op de baan zetten en rijden, analoog of digitaal. Voor het bedienen van de PC is wel wat uitleg vereist.

Is het echt Plug & Play?
Omdat in één keer overstappen heel veel werk is en een forse investering is hebben we gekozen om het in stappen te doen.

Eerst zijn we begonnen met het digitaal voorbereiden van de bedrading. Alles is opnieuw in blokken en detectie stukken opgedeeld en er zijn nieuwe en nieuwe standaarden en kleurcodes bedacht. Om te voorkomen dat we door de bomen het bos niet meer zien, hebben we er voor gezorgd dat de digitaal voorbereide baan ook analoog is aan te sturen zodat we uitvoerig deel voor deel hebben kunnen testen.

Met het wisselen van een aantal connectoren (DB25) hebben we kunnen omschakelen van analoog met de trafo of Van Mekeren, naar digitaal met Dinamo. Ons motto is: als het analoog niet werkt, gaat het digitaal al helemaal niet werken. Elke wissel is zonder de PC te bedienen door handmatig een relais vast te zetten. Zo is iedere module eenvoudig te testen zonder dat de PC of dinamo is verbonden. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hier zie je alle blokkaarten, voedingskabels, netwerkkabels en 220v verdeeldozen onder de baan. 

Gaat alles dan nu via de computer?
Ja, het meeste wel. De computer kan veel sneller handelen, en dus zul je veel meer treinen zien rijden als de computer de besturing overneemt.

In onze baan komen meer dan 100 wissels voor. We zijn achter gekomen dat we iets hebben gebouwd dat zo complex is als een echt station en dat is met de hand bijna niet te bedienen. De computer zorgt voor de voorgeprogrammeerde rijwegen en bijbehorende seinbeelden en weet van elke trein zijn bestemming.

Dit gebeurd allemaal in het programma Koploper, geschreven door Paul Haagsma. Koploper is geen eenvoudig programma, maar het is wel heel uitgebreid en bijna alles is mogelijk om te configureren. Dat configureren van onze baan heeft wel zo’n 200 uur al aan uren gekost. 

 

 

 

 

 

 

 

Het station van Paul met viersporige aansluiting naar het opstelterrein. 

Zit dan straks iedereen achter de computer?

Helaas kunnen we de baan nu slechts met één computer bedienen, maar we hebben op meerdere plaatsen langs de baan beeldschermen staan de hetzelfde beeld tonen zodat je snel kunt zien wat de computer van plan is, en of dat een beetje klopt met wat er op de baan gebeurd. Zo zie je snel of een trein stil hoort te staan of stil is gevallen.  Er zijn ook een aantal rangeer delen op de baan die niet aan koploper zijn gekoppeld, hier kunnen alleen digitale locs rangeren op de multimaus. Via een omschakelblok kan via een relais overgeschakeld worden op Dinamo en kan Koploper de trein overnemen naar de hoofdbaan of omgekeerd. 

Moet iedereen het niveau van computerprogrammeur hebben voor Koploper en Dinamo?
Nee, maar voor de aanleg en configuratie is het wel handig om ervaring in elektro, automatisering of programeren te hebben, want het is niet eenvoudig.

Voor het installeren van Dinamo is het raadzaam om handleidingen wel goed te lezen en informatie te winnen bij b.v. een cursus voor dat je begint met installeren. 

Wat betreft het rijden met koploper, dat is eigenlijk heel eenvoudig, iedereen die wel eens met een computer heeft gewerkt kan rijden met koploper! Zet je trein op de baan, dan geef je hem een naam, klik je een treintype aan bv. Intercity, vervolgens rijdt de trein geheel automatisch over de baan. Zet je deze trein een volgende keer weer terug op de baan, dan bewaart het systeem alle gegevens en hoef je slechts het nummer op te zoeken.

 

 

 

 

 

 

 

 

Voeding van de baanspanning en digitale onderdelen
Omdat onze baan best groot is en met de computer veel treinen tegelijk zullen rijden, is een goede voeding van belang. Voor de voeding van alle digitale onderdelen zoals TM44 en OC32 hebben we gekozen voor één voeding voor de hele baan en dus niet het plug en play systeem van dinamo, waarbij er kleinere voedingen voor een beperkt aantal onderdelen zijn. We hebben de oude dinamo 19 inch rack met voeding en verdeler aangeschaft. Deze voeding levert alle benodigde spanningen, aangesloten op een vijfpolige print connector (RasterMaat 5,08mm).

Deze voeding levert voldoende vermogen,  maar dat betekent ook dat de kabels bij deze relatief lage spanning veel stroom moeten doorlaten. Dan heb je dus dikke kabels nodig als je geen al te grote spanningsverlies wilt over je kabel. Voor de voedingskabels hebben we dan ook gekozen voor soepel 2,5mm2 met rubber omhulsel. Dit draad is normaal geschikt voor 220V 16A, maar dus ook geschikt voor 16A voor de rijspanning (incl. andere spanningen). Vergeet niet dat alle stroom over de ‘ground’ draad GND terug naar de voeding gaat en deze dus de dikte of max.  totaal stroom bepaalt.

Afbeelding

Afbeelding
Op de foto 4 polige, voor de aansluiting op de TM44. De andere zijde is dus 5 polig.

Op de 5-polige stekker hebben we op de uitgang van de voeding; 12 V, 0 V Ground (GND), 5V, WS, RS. Daarvan gebruiken we de RS (Rijspanning 16-18V, 12V en GND). De kleuren komen niet overeen met de 220V van thuis. Bruin is GND, Geel/Groen is RS en Blauw 12V in dit geval. Dit omdat bruin al de kleur van de GND was onder de baan. Dit kan je natuurlijk bepalen zoals je zelf wilt.  Evt. andere benodigde spanningen van de 5 pinnen kun je altijd nog bijsteken met een tweede kabel.

Vertinnen van de draden is niet handig, dat laat snel los in de stekker, omdat dit niet goed afklemt. Daarom gebruiken we aderhulsjes, dat ziet er nog professioneler uit ook! Uiteindelijk komt onder elke module in het midden een verdeel printje met een in en uitgang, met daartussen de benodigde verdeelplaatjes. Daarop komen weer kortere kabeltjes naar de TM44 en OC32 printen, zodat niet de kabel naar de voeding aan de print zelf hangt. Mocht iemand aan de hoofdkabel trekken of op gaan staan, dan trek je niet de dure digitale onderdelen onder de baan vandaan. De kabels zijn allemaal verlengkabel (female – male),  als er een printje mist kan je dus de kabels doorlussen.

Een kijkje onder een van de modules van het station.

Wordt vervolgd!